Vroeger luisterden kinderen beter. Ze maakten veel minder herrie tijdens het spelen of in een restaurant. Ook konden ze veel beter stil zitten. Meerdere mensen zijn het erover eens dat kinderen tegenwoordig niet goed worden opgevoed, behalve ik. Ik zal je uitleggen waarom.
Het is waar dat kinderen vroeger stiller waren en zich schijnbaar meer konden beheersen. Ze waren beleefder, spraken alle juffen en meesters aan met u en konden stil zijn terwijl hun ouders genoten van een maaltijd in een chique restaurant. Zelfs zonder iPad. De vraag is alleen of de kinderen toen daadwerkelijk beter opgevoed waren dan nu.
Mijn verhaal
Ik was een perfect kind: stil in de klas, hardwerkend en ijverig. Mijn ouders hoefden mij nooit aan te sturen als het aankwam op huiswerk en uiteindelijk heb ik het vwo keurig binnen de reguliere tijd afgemaakt. Te laat komen was geen optie en eruit gestuurd worden kwam niet voor in mijn woordenboek. Ook ik was keurig ‘opgevoed’.
Daartegenover stond dat ik diepongelukkig was. Bang en onzeker ging ik door het leven. Volledig gericht op het tevreden stellen van anderen, zonder dat ik mij bewust was van wat ik eigenlijk zelf wilde. Dit resulteerde erin dat ik als volwassene tot twee keer toe ben opgenomen vanwege sterke suïcidale gedachten.

Nou ga ik absoluut niet beweren dat mijn ervaring voor iedereen geldt. Net als dat kinderen die luid en onrustig zijn niet per se allemaal slecht zijn opgevoed, is ook niet ieder kind dat gehoorzaam en stil is depressief. Wel wil ik graag stilstaan bij wie er voordeel zou moeten hebben van een goede opvoeding; de ouders of het kind?
Het kind centraal
Er is volgens mij geen pedagoog die betwist dat kinderen structuur en regelmaat nodig hebben. Duidelijke grenzen, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Daarnaast zijn ze het er allemaal over eens dat een kind zich geaccepteerd en geliefd hoort te voelen zoals die is. Dat alle kinderen het gevoel verdienen om er te mogen zijn en dat ze goed zijn zoals ze zijn. Zoals je misschien al gemerkt hebt, staat in mijn definitie van een goede opvoeding het kind centraal.
Grijs gebied in pedagogieland
Maar de grens tussen deze twee uitersten is flinterdun. Want wanneer bied je structuur aan en wanneer begrens je iemand om zichzelf te zijn? Dit is een heel groot grijs gebied, waar in mijn ervaring ook in pedagogieland veel discussie bestaat. Voor mijzelf vind ik het niet belangrijk op welk uiterste ik zit, maar dat ik blijf balanceren op de grens. Dat ik steeds blijf kijken naar de reactie van mijn kind en niet naar wat anderen vinden dat een goede opvoeding is.
Cultureel bepaald
Want ieder kind is uniek en heeft een unieke aanpak nodig. Daarnaast zijn de normen en waarden van wat een goede opvoeding is cultureel bepaald. Het feit dat er zoveel verschillende manieren zijn en zoveel verschillende mensen is voor mij des te meer het bewijs dat er geen één goede manier is. Wat voor mij wel als een paal boven water staat, is dat het resultaat van opvoeding wel individueel te meten is. Namelijk middels het mentale, lichamelijke en sociale welzijn van het desbetreffende kind.

Juist goede moeders maken fouten
Wat mij als moeder heeft geholpen, is het gegeven dat juist goede moeders fouten maken. Want als ik balanceer tussen duidelijkheid en vrijheid, leer ik door mijn fouten wanneer ik te ver ga en hoe ik het een volgende keer anders kan doen. De illusie loslaten dat mijn kinderen 100% schadevrij uit mijn opvoeding komen, heeft mij ook ontzettend gesteund. Of zoals Pieter Derks (2018) het in één van zijn specials samenvatte: ‘Ieder kind komt later bij een psycholoog terecht. Opvoeden is simpelweg bijsturen van de diagnose.’